Uber en Airbnb zijn slechts het fotogenieke topje van de ijsberg. Maar het antwoord luidt heel eenvoudig ‘nee’. Als we onze slaap al laten, dan is dat ongetwijfeld omdat we een of andere deadline moeten halen, en niet omdat we wakker liggen van een digitale revolutie in de vertaalwereld. Waarom niet? Omdat de vertaalsector netjes in twee segmenten kan worden verdeeld, daarom.

Technische vertalingen

Aan de ene kant heb je de technische vertalers of vertaalbureaus. Zij zetten met plezier hun tanden in handleidingen en gebruiksaanwijzingen voor zowat alles van medische apparatuur tot keukenmixers. Dat zijn doorgaans logische teksten tjokvol vakjargon: ze kunnen op slechts één manier worden geïnterpreteerd en er is geen ruimte voor nuance. Simpel gezegd: de vertaler zet woorden van de ene taal om in de andere. De output van hybride vertaalmachines is er de laatste jaren op vooruitgegaan, maar ze verrichten echt geen wonderen. Dezelfde output van een menselijke vertaler zou na menig wenkbrauwfronsen meedogenloos het etiket ‘slecht’ krijgen opgeplakt.

Nog een lange weg te gaan

Het spreekt voor zich dat het technische segment gevoeliger is voor disruptie, al heeft de technologie zich jaren geleden al een weg gebaand naar dit vertaalproces. Machinevertalingen zijn hier geen taboe, maar een menselijke proofreader is en blijft een absolute must. Tenzij je je doelpubliek eens flink aan het lachen wil brengen, natuurlijk! Volgens een recent gepubliceerde poll op Proz.com – ‘s werelds grootste online vertaalcommunity – heeft slechts 4 procent van de vertalers er geen probleem mee om machinevertalingen na te lezen. Het leeuwendeel van de proofreaders brandt er de vingers niet aan, omdat het niveau gewoon te laag is. Disruptie loert dus zeker om de hoek, maar de technologie heeft nog heel wat werk voor de boeg (en nee, Google Translate, dat is niet hetzelfde als ‘work for the bow’!).

Creatieve vertalingen

Aan de andere kant van het firmament wrijven de niet-technische vertalers zich in de handen bij een wervende website, een knap staaltje storytelling of een sappige marketingtekst. Het grote verschil is dat zij geen woorden, maar ideeën vertalen. Technisch vertalen is een vaardigheid, creatief vertalen een kunst. Precies daarom zullen computers nooit – niet vandaag en niet morgen – kunnen wedijveren met creatieve vertalers. Alle zelflerende processen ten spijt.

Vertalen = schrijven

Je kunt een computer misschien wel woordenschat, grammatica en spelling leren, maar wat met de – o zo belangrijke – tone of voice? Wat met de stijl van een tekst? Laat staan taalhumor en ironie. Elke taal is emotioneel geladen, en dus zal een algoritmische analyse of benadering altijd tekortschieten. De vertaling van technische content zal er ongetwijfeld op vooruitgaan, maar wat met ‘echte’ taal? Hoe pakt een vertaalmachine ambigue zinnen als ‘Time flies like an arrow; fruit flies like a banana’ aan? Je kunt een computer wel leren om correct te schrijven, maar daarmee sleep je nog geen Gouden Uil in de wacht. En hetzelfde geldt voor vertalingen, want vertalen is in de eerste plaats nog altijd schrijven. “Nationale literatuur is het werk van schrijvers, maar vertalers creëren universele literatuur”, om het met de woorden van José Saramago te zeggen.

Samengevat

De dag dat een vertaalmachine slaagt voor onze vertaaltest – die zelfs Mordor doet verbleken volgens insiders – ben ik bereid mijn standpunt te herzien. Al mag ik doodvallen als dat zo is. Tot die tijd hou ik het liever bij een beruchte stelling uit vertalersland: vertalers die je kunt vervangen door een machine, die ruimen maar beter meteen plaats.

Meer tips, tricks en weetjes ontvangen?